Wat zijn de mededingingsrisico’s en wanneer heeft u een meldingsplicht?
Mededingingsrecht speelt in de huidige maatschappij een steeds grotere rol. Naast het verbod op kartelvorming en machtsmisbruik, betekent dit dat er scherp toezicht wordt gehouden op consolidatie van ondernemingen, om nadelige gevolgen voor de markt werking te voorkomen. Het is dus belangrijk om bij het aangaan van strategische samenwerkingen, zoals overnames, fusies en joint ventures, voldoende aandacht te hebben voor de mededingingsrechtelijke aspecten. Wanneer bent u verplicht de samenwerking of overname te melden? Hoe onderzoekt u of er mededingingsrisico’s bestaan bij uw target of beoogd samenwerkingspartner(s)? En welke concurrentiegevoelige informatie mag u tijdens het overnametraject verstrekken?
In een overname- of samenwerkingstraject is het vaak noodzakelijk om informatie te delen en afspraken met elkaar te maken om de transactie rond te krijgen. Daarbij moet u onder meer de waarde van elkaars onderneming of uw target kunnen bepalen. Tegelijkertijd mag op grond van de mededingingsregels niet zomaar alle concurrentiegevoelige informatie worden uitgewisseld. Het kartelverbod blijft ook tijdens de onderhandelingen gewoon van toepassing. U mag dus alleen die informatie uitwisselen die noodzakelijk is voor de samenwerking, en deze uitwisseling mag niet leiden tot concurrentieverstoring. Om te voorkomen dat de uitgewisselde informatie ook voor andere doeleinden kan worden gebruikt, is het dus belangrijk om voldoende waarborgen in te bouwen. Denkt u daarbij aan een geheimhoudingsovereenkomst of NDA, een samenwerkingsprotocol waarin u opneemt op welk moment welke informatie met wie mag worden gedeeld, Chinese walls, cleanteams en/of ‘counsel only’ -verstrekking.
Als concurrerende ondernemingen met elkaar gaan samenwerken, verdwijnt er een stukje concurrentie. Daarom moeten overnames, fusies en joint ventures boven bepaalde omzetdrempels (‘concentraties’) vooraf ter goedkeuring aan de mededingingsautoriteiten worden voorgelegd. Afhankelijk van de omzet van de bij de concentratie betrokken ondernemingen moet dat bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) of de Europese Commissie (EC). Bij grensoverschrijdende transacties die niet door de EC worden getoetst moet de concentratie vaak in meerdere landen gemeld worden.
De mededingingsautoriteiten toetsen dan of er na de totstandkoming van de concentratie nog voldoende concurrentie overblijft. Een dergelijk onderzoek neemt vaak enkele weken tot meerdere maanden in beslag. Een goedkeuring kan eventueel onder voorwaarden (‘remedies’) worden verleend. Zo kunnen de autoriteiten bijvoorbeeld bepalen dat de concentratie bepaalde activiteiten moet afstoten.
Tot de goedkeuring is verleend, mag de concentratie niet tot stand worden gebracht. Doet u dit wel (dit noemen we ‘gunjumping’)? Dan riskeert u hoge boetes. Activiteiten die vooruit lopen op de samenwerking of integratie, bijvoorbeeld doordat een koper al meebeslist over beslissingen van de target, worden ook aangemerkt als gun-jumping. Hier wordt streng toezicht op gehouden.
Is er sprake van een samenwerking in de zorg? Dan moet de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ook een zorgfusietoets uitvoeren. De NZa toetst hierbij of de kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg door de schaalvergroting niet in gevaar komen.
Ik heb veel ervaring met overnametrajecten tussen concurrenten in verschillende branches, zowel nationaal als internationaal. Ook in de zorg. Daarbij word ik ingeschakeld door ondernemingen en zorginstellingen, maar werk ik ook samen met binnen-en buitenlandse advocatenkantoren en accountants. Daarnaast ben ik betrokken geweest bij vele fusiemeldingen, zowel bij de ACM en buitenlandse en toezichthouders als bij de Europese Commissie en de NZa.